Janneke Hermes: “We kunnen het niet in één keer goed doen, want de energietransitie is terra incognita. Maar we gaan het wel doen, zonder regrets”

Op 15 december houdt Impact Economy Foundation (IEF) de Nationale Conferentie Brede Welvaart. Ter voorbereiding spreken we met enkele hoofdrolspelers op dit terrein, waaronder Janneke Hermes – CFO bij Gasunie. Gasunie transformeert de komende jaren van gastransportbedrijf naar energie-infrastructuuronderneming. Naast aardgas vervoert zij straks ook waterstof, CO2, restwarmte en groen gas, en dat in snel toenemende volumes. Deze transformatie gaat gepaard met een aantal veranderingen. Zo heeft Janneke zich, als een van de eerste CFO’s in Nederland, omgedoopt tot Chief Value Officer (CVO). 

“Wat ik belangrijk vind, is dat we met elkaar duidelijk krijgen dat er méér belangrijk is dan alleen cash flow.”

Hoe ziet Gasunie de transitie van cash flow naar value flow?

“Wij hebben als ondernemingen, met onze klanten en leveranciers, een verantwoordelijkheid om breder te kijken dan alleen naar financieel rendement. Een bepaalde keuze kan een negatief effect hebben op natuurlijk kapitaal, maar voor sociaal en geproduceerd kapitaal juist wel weer een belangrijke bijdrage leveren. De vraag is: hoe weeg je dit tegen elkaar af? Het is zaak dat we binnen een organisatie, en ook daarbuiten, tot een afwegingskader komen waarbij het uitlegbaar is waarom je bepaalde investeringen wel doet en andere niet. En niet alleen vanuit een financieel perspectief, maar juist vanuit een perspectief van een brede maatschappelijke waarde.”

De zes kapitalen
Brede welvaart kan worden bezien vanuit het perspectief van 6 kapitalen.

Financieel kapitaal

De beschikbare middelen voor een organisatie die kunnen worden gebruikt bij de productie van goederen of het verlenen van diensten.

Natuurlijk kapitaal

Alle hernieuwbare en niet-hernieuwbare milieubronnen en -processen die de goederen en diensten van een organisatie opleveren die de vroegere, huidige of toekomstige welvaart ondersteunen.

Intellectueel kapitaal

Organisatorische, op kennis gebaseerde immateriële activa, waaronder intellectueel eigendom.

Menselijk kapitaal

De competenties, capaciteiten, ervaring en motivatie van mensen om te innoveren, vaak binnen het domein van de activiteiten van de organisatie.

Sociaal kapitaal

Individueel en collectief welzijn als gevolg van instituties en de relaties binnen en tussen gemeenschappen, groepen van belanghebbenden en andere netwerken.

Geproduceerd kapitaal

Fysieke objecten die beschikbaar zijn voor een organisatie, voor gebruik bij de productie van goederen of de levering van diensten.

Wat zijn volgens jullie belangrijke trends op het gebied van brede welvaart wat betreft de energietransitie?

“Bij het plannen van energietransitie-projecten maken we steeds meer afwegingen vanuit een brede-welvaart-gedachte. Dat houdt in dat er bepaalde projecten zijn waar we voorheen niet in mee zouden gaan, als je puur vanuit een financieel perspectief zou kijken, maar waar we nu wel in mee gaan omdat het project een toevoeging kan bieden voor de maatschappij in brede zin. Dat is die transitie van cash flow naar value flow.”

Tegen welke obstakels en uitdagingen loop je aan als je stuurt op maatschappelijke waarde?

“De eerste uitdaging zijn de patronen die in het verleden zijn ingesleten. Daar zal elke organisatie mee te maken hebben. Ten tweede weten we gewoon nog niet alles. Dat brengt een bepaalde onzekerheid met zich mee en daar moet je met elkaar over in gesprek. De laatste uitdaging heeft te maken het vinden van een balans tussen een keuze die zowel een negatieve als een positieve impact kan genereren.”

 

Om energietransitieprojecten écht in gang te zetten, moeten we niet alleen kijken vanuit een financieel perspectief maar ook vanuit bredere maatschappelijke waarde, vindt Janneke Hermes van Gasunie. “Investeringsbesluiten nemen we straks niet alleen meer op basis van cash flows maar op basis van value flows”.

Welke kansen moeten we benutten om deze transitie een realiteit te maken?

“Misschien is het niet eens een kans, maar een noodzaak. Als je kijkt naar de ontwikkeling van het nationale waterstofnetwerk en überhaupt van de waterstofeconomie, dan zie je dat er veel partijen bij betrokken zijn. Van producenten, windparkbouwers, energiebedrijven, de overheid tot infrastructuurpartijen die transport en opslag gaan verzorgen. En de eindgebruikers natuurlijk. Om die hele keten op te kunnen bouwen, heb je al die partijen nodig.”

“Uiteindelijk is daarvoor ook een eenduidig overheidsbeleid nodig. De overheid versnelt het maken en uitvoeren van beleid sinds de inval in Oekraïne. De tendens is nu vooral dat we zoveel mogelijk onafhankelijk willen worden van andere mogendheden en geopolitiek ingewikkelde regio’s. Er moet een gelijk speelveld ontstaan voor Nederlandse en Europese industrieën en bedrijven om ervoor te zorgen dat zij daadwerkelijk kunnen investeren in die CO2-reductie. We willen geen infrastructuur optuigen die vervolgens een aantal jaar niet gebruikt wordt, of die ongeschikt blijkt te zijn. Dat vergt enorme afstemming met al die verschillende partijen, zodat we de bestaande patstellingen kunnen oplossen en doorbreken. Daarvoor is niet alleen een helder beleid van de overheid nodig, maar ook commitment van de markt.”

 

Wat is de rol van Gasunie hierin?

Wij voelen dat commitment enorm. Elk infrastructuurbedrijf is de verbindende partij voor vraag en aanbod. Dat is een essentieel punt. Je moet ervoor zorgen dat die infrastructuur er komt, anders komt de markt er niet. In 2021 hebben we het Verbond van Brede Welvaart ondertekend met een drietal doelstellingen (samenwerken, rapporteren, de dialoog gaande houden, red.).”

“Wij zijn klaar om de volgende stap te nemen want we hebben veel ambities. We trekken steeds vaker op met de regionale netbeheerders. Als wij als enige partij emissievrij nieuwe infrastructuur zouden willen aanleggen, dan zijn wij een kleintje in een groot speelveld. Door het opzoeken van samenwerking word je ineens groot. Zo kunnen aannemers ook echt emissievrije apparatuur aanschaffen omdat ze weten dat ze dit op meerdere plekken kunnen gaan inzetten.”

Hoe breng je maatschappelijke waarde zo goed mogelijk in kaart bij een besluitvormingsproces?

“We werken binnen Gasunie op dit moment voornamelijk met een kwalitatieve manier van besluitvorming. Daarbij wegen we de positieve en negatieve impact af. We werken ernaartoe om deze waarden kwantitatief te maken, maar dat is nog in ontwikkeling. We kiezen daarbij voor een constructieve aanpak: door te kwantificeren dat wat we al weten, met het besef dat je niet alles al kwantitatief in beeld hebt. Maar we zetten al stappen, in plaats van dat we afwachten.”

Hoe ga jij om met deze obstakels en uitdagingen vanuit jouw rol?

“Ik probeer zoveel mogelijk meningen en perspectieven te verzamelen. Op basis daarvan maak ik continu afwegingen, zoals: ‘welke stappen kunnen we nu al zetten en waar moeten we nog even mee wachten omdat het te onzeker is of omdat we nog te weinig informatie hebben?’ En dan probeer ik elke keer nét iets harder aan het elastiekje te trekken. Door dat op rek te houden, kunnen we stappen in de goede richting zetten.”

“Ik werk het beste door mensen om mij heen te verzamelen die zich bezighouden met maatschappelijke waarde. Mensen die daar een intrinsieke motivatie voor hebben. En die zijn er genoeg. Als je deze enthousiastelingen bij elkaar weet te zetten, krijg je een vliegwieleffect. Dan wordt het makkelijk om dat elastiekje op rek te houden.”

Wat zijn jullie ambities binnen samenwerkingen?

“We willen circulariteit verhogen en biodiversiteit vergroten. Niet alleen door naar onze eigen activa te kijken, maar door breder te kijken. Dus over meer infrastructuren heen. Daarbij horen vragen als: ‘Hoe ziet energiesysteem van de toekomst eruit? Wat moet er gebeuren? Welke ruimte is er in het land nodig? En wat kost dat?’ Op basis daarvan doen we no-regret investeringen.”

“We kunnen het niet in één keer goed doen, want de energietransitie is terra incognita. Het is een kwestie van leren. Maar we gaan het wel doen, zonder regrets. Dat geeft andere partijen ook duidelijkheid. En wat onduidelijk blijft, moeten we met elkaar verder ontdekken. Voor nu is het belangrijk dat we de ideeën van papier halen en ze echt gaan uitvoeren.”

Wat zijn jouw tips naar bestuurders in andere sectoren, of beter gezegd: hoe kunnen zij dat elastiekje oprekken?

“Dat vergt continue afstemming. Als je te hard trekt, dan knapt het elastiekje. Op het moment dat je bijna niemand hoort piepen, trek je niet hard genoeg. Maar als te veel mensen tegenstribbelen, dan trek je waarschijnlijk net iets te hard. Het is een kwestie van aanvoelen en aftasten: ‘hoe snel kun je de organisatie laten gaan?’”

“Mijn advies is, probeer zo snel mogelijk te leren hoe je de volgende stappen kunt zetten. Het maakt daarbij niet uit of het een kleine of grote stap is. Onderzoek waar je de meeste impact kunt creëren en identificeer de koplopers zodat ze uit eigen enthousiasme gaan werken. Op die manier mobiliseer je draagvlak binnen de organisatie – en houd je dus dat elastiekje strak.”

Op vrijdag 15 december organiseert de Impact Economy Foundation de Nationale Conferentie Brede Welvaart. Interesse omdeze bijeenkomst bij te wonen? Stuur een e-mail naar info@impacteconomyfoundation.org

Scroll to Top